top of page

The Mean Greens: Plastic Warfare

  • Foto van schrijver: Sasha Gijsemans (The Platinum/100% Hunter)
    Sasha Gijsemans (The Platinum/100% Hunter)
  • 17 jan 2021
  • 7 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 9 mrt 2023


ree

Heb je jezelf altijd al eens afgevraagd wat de speelgoedsoldaatjes aan het doen zijn als ze niet op de set van Toy Story aan het acteren zijn? Wel, ik neem jullie graag mee achter de schermen, waar zich een gruwelijke, plastieken, speelgoedoorlog voordoet. Ontwikkelaar Virtual Basement wil ons een kijkje laten nemen door de ogen van een kind hoe die hun speelgoed zien in deze online, third-person shooter met name, The Mean Greens: Plastic Warfare.

Plastic Warfare is dus een online-shooter die zich afspeelt middenin een oorlog tussen de groene en de beige legersoldaatjes. Kleine stukken speelgoed in een grotemensenwereld zorgt wel voor interessante scenario’s, denk maar aan een episch gevecht bovenop een verjaardagstaart, of beter nog, een militaire basis verzonken in een visaquarium. De leveldesigns zijn dan ook redelijk goed verzorgd en elke map heeft een uniek karakter. In de kinderkamer bijvoorbeeld heb je verschillende hoogtes. Om deze te overbruggen hebben de makers er niets beters op gevonden dan hellingen te maken van speelgoedxylofoons, die als je er over loopt een passend geluid produceren. Bij elk level ontdek je ook echte stukken speelgoed waar, de meeste van ons, vroeger degelijk mee gespeeld hebben. Zelfs die paar nostalgische prulletjes waarvan je helemaal niet meer doorhad dat die nog bestonden, zoals de G.I. Joe voertuigen, of een jojo.

ree

Volgens mij is mijn speelgoed kapot Helaas is de gameplay zelf niet om over naar huis te schrijven, toch niet vergeleken met de leveldesigns. Bij de meeste online-shooters begin je van nul en bouw je zo stelselmatig je level op om betere wapens en equipments voor die wapens te kunnen kopen of upgraden. Bij The Mean Greens is dit dus niet het geval, je hebt om te beginnen al geen levels die je kan stijgen, je zal dus ook nooit iets vrijspelen of kunnen kopen. Het enige wat aanpasbaar is, is je uiterlijk. Maar die hebben ook geen betere vaardigheden of stats, dit is een magere troost om er toch een beetje anders uit te zien als de andere spelers. Daarnaast heb je alle zes de wapens meteen en constant ter beschikking, een mitrailleur, shotgun, sniper, RPG, vlammenwerper & granaat. Het ononderbroken hebben van deze wapens zorgt er wel voor dat de, laat ons zeggen OP, RPG en vlammenwerper constant gebruikt worden en daardoor maak je geen schijn van kans. Hoewel na ƩƩnmalig gebruik, de RPG wel een cooldown heeft, zodat je niet kan blijven schieten, is die laadtijd mager tegenover de kracht die het wapen produceert.

Er wordt ook geen verschil gemaakt tussen klassen of hoe goed je bent. Skill-based matchmaking is niet aan de orde in The Mean Greens. Zelfs haal je maar een paar kills per match, en een tegenstander behaalt er tientallen meer, dan nog kun je tegenover elkaar komen te staan. Dat bedoel ik dus met geen filter op de spelers. Een favoriete kleur kiezen zit er ook niet in. Je kan dus niet zeggen, ik ben de groene soldaatjes. De kleuren worden elke match gewisseld, je kan dus misschien ƩƩn of twee matches met de groene legermannetjes spelen, terwijl je daarna dan weer ƩƩn of twee spelletjes een beige speelgoedsoldaatje bent. Deathmatch is ook niet echt naar zeggen een geweldige ervaring in het spel. Nu, het speltype zelf wel, de spawn plekken daarentegen… Je spawned telkens op een andere plek op de map. Dat op zich is geen ramp, maar wel als je meteen aan gort wordt geknald door andere spelers. Zo word het al snel team frustratiematch in plaats van team Deathmatch. Dat de makers er niet eens aan hebben gedacht om een spawn bescherming van enkele seconden te implementeren, getuigt enkel van hun onervarenheid.

ree

Ik weet niet goed hoe ik moet spelen Als je het spel samen speelt met vrienden of andere onlinespelers valt het op zich nog mee. Je kan elkaar op tijd komen reviven en helpen waar dat nodig is. Maar ook daar zit weer een probleem. Negen van de tien, vind je totaal geen matches omdat er amper iemand op de servers zit. Dan denk je, speel dan toch gewoon tegen AI, niet? Ja dat klopt, dat kan je daadwerkelijk doen. En hier komt ook weer een ā€˜maar’ aan. Deze zijn helaas niet echt goed geprogrammeerd. Die zullen ook wel mee schieten en je doelen proberen halen, maar zijn wel niet in staat om je te komen reviven. Dus als je enkel en alleen met en tegen de computer speelt zal je nooit door hen terug tot leven worden geholpen. Eerlijk gezegd, lijkt het er precies op of het spel is ontworpen door iemand die net van de schoolbanken, gamedesigner, komt en zijn eindwerk heeft afgeleverd. In het gouden game tijdperk waar we nu in leven hebben we een overvloed aan goede online-shooters, waardoor deze game totaal niet de aandacht van je portefeuille waard is. Tenzij je natuurlijk graag geld in de vuilbak kiepert, dan kun je het wel eens overwegen. Deze game valt eerder onder de categorie ā€œgratis gamesā€ te klasseren, en dan nog met een groot vraagteken.

Nu heb ik al veel geklaagd, maar er zijn ook wel goede aspecten aan het spel, die ook wel niet vergeten mogen worden. Zoals ik eerder vermeld heb zijn de leveldesigns echt wel leuk en uniek, dus we gaan daar een beetje verder op in. Als je voor het eerst het spel speelt dan heb je eerst een goede tuturial level om je alle aspecten te laten ondergaan voor je aan de echte oorlog deelneemt. Daar voelt de gameplay zelfs zeer leuk aan, en heb je totaal niet een gevoel van wat ik hierboven heb geschreven. Het had zelfs misschien wel beter geweest als het een singleplayer ervaring had geweest, zonder het online gebeuren.

ree

Tijd voor een badje, FC Plastic of terug naar de ijstijd Je hebt zeker genoeg mappen om op te spelen en dat gecombineerd met tien verschillende spelmodi. Deze speel je altijd in matches van vijf tegen vijf. Dit is helaas redelijk weinig tegenover het aantal spelers dat we vandaag de dag gewoon zijn in multiplayer games, wat meestal acht tegen acht betreft. Als je een andere map of speltype wil spelen zal je af en toe terug naar de main menu moeten gaan, aangezien er na afloop van elke match een mapvoting is, en de weinige spelers die dan online zijn kiezen meestal voor hetzelfde, team Deathmatch. Of wat ook kan gebeuren, is dat de andere spelers niet meer verder willen doen, met gevolg dat jij als enige naar de volgende map gaat. En als ik zeg alleen, bedoel ik ook letterlijk op je eentje, geen AI. Dus veel fun is er niet meer aan zo. Hieronder leg ik kort een aantal van de vele unieke modi uit, die het spel te bieden heeft.

Wat doen we als we vies zijn, dan nemen we een bad. Onze plastiek soldaatjes gaan dat namelijk ook doen, alleen mogen ze het water niet raken. Op een bepaalde map speel je in een gevuld bad met bad speeltjes en water, in de badkamer. Hier is het de bedoeling dat je vlaggen gaat stelen met behulp van de ronddobberende eendjes in het water. Als je drie vlaggen terug naar je ā€œkampā€ brengt dan win je, maar zorg niet dat je in het water valt want dan sterft je legermannetje. Als we naar voetbal gaan kijken zou ik voor FC Plastic supporteren, niet op een echt voetbalveld natuurlijk, maar in plaats daarvan op een tafelvoetbalveldje. Hier ga je dus met je soldaten op het veld, tegen een bal duwen of erop schieten, zodat deze richting de goal van de tegenstanders rolt. Pas wel op, want simpelweg elkaar doodschieten is ook zeer befaamd in deze modus, wat het natuurlijk wel spannend houdt. Alleen zijn er enkele onsportieve spelers die in de goal van de tegenstanders gaan staan tot die daar terug respawnen om ze zo ƩƩn voor ƩƩn naar het speelgoedkerkhof te jagen. Ook weer iets dat de makers hadden kunnen voorkomen. Je tegenstanders zijn lastig, maar zo ook zijn de ventjes die vasthangen aan de tafelvoetbaltafel, die heel de match door van links naar rechts bewegen, en andersom. Scoor zoveel mogelijk punten voor de tijd op is en dan win je.

Altijd al eens naar de ijstijd willen terugkeren? Kruip dan maar lekker in je diepvries met je speelgoed, want daar krijg je de kans eens voor. Zoals altijd he je alle wapens ter beschikking, maar hier is het de bedoeling om met je vlammenwerper te gaan werken. Je moet namelijk een dinosaurus gaan ontdooien die in het onderste vak van de vriezer staat in een grote klomp ijs. Doe dit als eerste met je team en je hebt gewonnen. Zo, dit zijn enkele voorbeelden van de verschillende mappen en speltypes. Elke map kan je ook gebruiken voor team Deathmatch in plaats van het unieke leveldoel.

ree

Conclusie The Mean Greens: Plastic Warfare had veel potentieel op het eerste gezicht, en had echt wel iets unieks kunnen zijn, maar dat is het helaas niet geworden. We hebben op de dag van vandaag zoveel online-shooters tot onze beschikking, zelfs een deel ervan zijn gratis. Dit zorgt ervoor dat dit spel gewoon absoluut niet aan te raden valt. Als het gratis was tot daar nog aan toe, maar mensen betalen hier €19,98 voor in de store. Veel te duur dus, voor een spel waarin maar amper spelers te vinden zijn, of voor een game dat maar half afgewerkt aanvoelt. Opnieuw zeg ik, het lijkt of The Mean Greens gemaakt is door iemand die letterlijk van school komt en een eindwerk aflevert als gamedesigner. Dus berg je speelgoedsoldaatjes maar weer op in je dozen en laat ze daar nog wat stof verzamelen. Als je dan toch persĆ© een speelgoedgame wil spelen, probeer dan Toy Story 3, of Toy Soldiers War Chest te spelen. Deze games zijn te minste nog interessant en hun geld zeker waard.

ree

Pluspunten: + Levels zijn leuk en kleurrijk gemaakt. + Veel verschillende en unieke spelmodi om mee aan de slag te gaan. Minpunten: - Weinig wapens voor online-shooter, en alles meteen beschikbaar. - RPG en vlammenwerper voelen te OP aan en hebben te weinig cooldown. - Amper tot geen spelers te vinden op de servers. - De AI is slecht geprogrammeerd, helpen niet echt. - Als er geen spelers zijn, speel je helemaal alleen zonder AI in de levels. - Het spel kost teveel voor zo weinig activiteit. - De weinige spelers kiezen liever voor Deathmatch I.P.V. de unieke speltypes.


3.1/10

Zeer Slecht

Opmerkingen


bottom of page